“Ik, mezelf graag zien? Neen, mijn partner, die is mijn grote voorbeeld!”
“Ik heb het idee dat ik nooit iets goed genoeg doe.”
“Als ik in een ruimte kom met allemaal onbekende mensen, ga ik snel in een hoekje staan. Mensen aanspreken is dan echt veel te eng... Vaak ga ik zelfs niet eens naar zo’n evenementen, maar soms kom je er niet onderuit...”
“Mijn ouders zeiden vroeger altijd dat ik ‘een trage leerling’ was... Een beetje dom. En ze hebben gelijk hoor. Ik merk het steeds opnieuw. Op het werk geef ik het vaak al vooraf aan: geef die nieuwe klus maar aan iemand anders, want het duurt zo lang voor ik dat onder de knie heb...”
Wat is zelfvertrouwen?
Je kunt zelfvertrouwen in twee betekenissen opdelen:
1) Zelfvertrouwen dat je krijgt omdat je iets kunt, iets wat je geleerd hebt. Je hebt vertrouwen in jezelf dat je het kunt. Bijvoorbeeld je werk, je hobby,...
2) Zelf (of jezelf) vertrouwen. Dit heb je niet aangeleerd, maar dat ben je zelf.